vrijdag 14 januari 2011

Flessenpost

Door de harde wind werd het zeewater tot bijna aan de duinen opgedreven. Dezelfde wind hield veel wandelaars af van een wandeling langs het strand. Anders had iemand vóór mij misschien die fles gevonden. Ik vond het bijna zonde hem kapot te moeten maken. Een schroefdop was met daarover heen een plastic zakje met veel plastic plakband vastgemaakt, maar de brief viel er niet vanzelf uit en je wilt toch weten wat er in een brief staat die iemand wie weet hoe lang geleden geschreven heeft.
De brief was met de hand geschreven op een blaadje uit een schrijfblok.

Help! Dit is geen grap! Ik heb niet genoeg tijd om uit te leggen waarom ik deze manier gebruik om hulp te zoeken, maar na zoveel jaar onvrijheid maakt het nog maar weinig uit of deze brief over een dag, een week, een jaar of helemaal nooit door iemand gevonden en gelezen wordt. Ik weet al niet beter dan dat er maar één persoon is die af en toe een woord tegen me zegt. En dat is nooit een vriendelijk woord. Ik praat soms hardop om het niet helemaal te verleren. Ik denk niet dat er na al die jaren nog naar me gezocht wordt. Misschien ben ik wel eens te zien geweest in Opsporing verzocht. Ik heb geen foto van mezelf die ik hierbij kan doen. Ik weet niet waarom ik ineens een dag mee naar zee genomen wordt. Ik hoorde het een week geleden en het duurt nog vijf dagen voor we gaan. Het kan best een extra pesterij zijn, dus misschien gaat het helemaal niet door, maar deze kans wil ik niet laten lopen. Het zou zo fijn zijn de zon niet alleen te zien door een klein dakrampje dakraampje, maar weer eens een keer te voelen. Ik weet niet of ik andere mensen zal zien, want het huis staat aan de rand van het duin. Ik ken nog precies het pad waarlangs ik zo vaak naar zee gelopen heb. Toen was alles nog goed. Tot de dag dat ik moest vertellen dat ... Nee, zelfs nu kan ik het nog niet vertellen, omdat ik niet wil denken aan wat erna gezegd werd en daarna gebeurde.
Misschien is het al veel te laat als u deze brief vindt. Maar alstublieft, laat hem aan de politie lezen. Elke dag, elk uur dat ik nog in vrijheid zal kunnen leven zal me dierbaar zijn. Ik hoop dat er dan ook nog gerechtigheid zal zijn en dat de schuldige gestraft zal worden en zelf zal ondervinden wat jaren van eenzame opsluiting betekenen. En misschien is er die kleine kans van ontsnapping, één moment van onoplettendheid. Ik weet waar ik me verstoppen kan en welke route ik moet volgen. Ik moet stoppen. Ik hoor voetstappen op de trap.
29 december 2010