tag:blogger.com,1999:blog-76507667896273015392024-02-08T11:57:49.058+01:00Beggarkort(Zeer) korte verhalen in allerlei genres. Het streven is er wekelijks enkele toe te voegen.
Wil je commentaar leveren? Stuur dat dan <a href="mailto:evw@beggar.nl"><u>hierheen</u></a>.Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comBlogger20125tag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-50889323204535255882011-05-26T08:23:00.002+02:002011-05-27T09:28:30.378+02:00Een brief bezorgenHij ging even zitten. Van nu af aan hoefde hij alleen nog bergafwaarts te lopen. Zijn doel, de stad, zag hij al liggen. Daarachter zag hij de zee. De weg kronkelde mee met de rivier. Het lichte groen van de weilanden wisselde af met het donkerder groen van de olijfboomgaarden. De zon stond op haar hoogste punt. Voor de avond viel kon hij de stad bereiken. Hij had nog geld genoeg om een maaltijd en een overnachting in een herberg te betalen. De beloning voor zijn lange, eenzame tocht zou hij morgen krijgen, genoeg om hem een plaats te bezorgen op een boot die hem dichter bij huis zou brengen.<br />
Tijdens zijn wandeling overdacht hij voor de zoveelste maal wat hem morgen te doen stond. <i>"Aan de ene kant van de markt staat de kerk. Recht daar tegenover staat een uit steen gebouwd huis. Loop daar omheen naar de achterkant. Klop driemaal op de enige deur die je daar ziet. Wacht een tijdje en klop dan viermaal. Een oude vrouw zal de deur open doen. Ze brengt je naar een kamer met een open haard. Ze laat je alleen zonder iets te zeggen. Er zal een jonge man komen van ongeveer jouw leeftijd. Hij zal als priester gekleed zijn. Hij zal niets zeggen. Je geeft hem de brief. Hij geeft jou een leren buideltje. Daarin zit jouw beloning. Je verlaat het huis langs dezelfde weg. Je bent vrij om te gaan en staan waar je wilt."</i><br />
Het was druk bij de poort. Het zou niet lang meer duren voor die gesloten werd voor de nacht. De wachters keken niet al te nauwkeurig wie de stad binnenkwam. Een herberg had hij snel gevonden. Er was een slaapplaats voor hem. Pas toen hij zat met brood, spek en bier voelde hij hoe moe hij was. Niet alleen van de dagenlange mars en het slapen in de open lucht, steeds bedacht op gevaar van mens of dier. Zijn geweten viel hem steeds lastig. Wat stond er in de brief? Pleegde hij verraad door hem over te brengen? Maar wie had zich om hem bekommerd gedurende de bijna vijf jaar waarin hij de hemel alleen vanachter tralies had gezien?<br />
<i>"Je bent vrij en krijgt een beloning als je bereid bent een brief over te brengen."</i> Vrij! Een mooier woord was er niet. Maar wat moest een priester, de kerk, met die brief? <i>"Hij zal als priester gekleed zijn." </i>Was het wel een priester?<br />
De stad met zijn muren was de enige plek die nog niet in handen was van de man die hem de brief gegeven had. Hij had hem persoonlijk van zijn zegel voorzien. Er had een spottende glimlach op zijn gezicht gelegen. Wat stond er in die brief? Zijn hand ging naar de schoudertas aan zijn voeten. Zijn vingers gingen over het zegel. Hij keek om zich heen. Niemand lette op hem. Een kandelaar aan de muur gaf genoeg licht. Hij verbrak het zegel en de vouwde de brief open.<br />
<img align="left" border="0" height="56" src="http://www.beggar.nl/stad.GIF" width="53" />Meer dan de tekening was er niet, maar de boodschap was duidelijk. De stad had onneembare muren, aan één kant. Er zouden schepen komen, schepen vol soldaten! Hij deed de brief in de tas en liep naar de waard. "Waar vind ik de schout?" Die wees met zijn vinger naar een tafel waar mannen zaten te drinken. "Waar hij elke avond zit," zei de waard. "De hoed met die veer."<br />
Hij liep op de man af, maakte een buiging. "Heer, ik heb een belangrijke boodschap. De stad is in ..."<br />
De schout hief een hand op. "Folc", zei hij tegen een van de mannen, "je hoeft je morgen niet te verkleden. Breng deze man naar het cachot. Waard! We hebben wat extra's vanavond. Schenk nog eens in!"Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-78157429119813350792011-05-19T05:00:00.000+02:002011-05-19T05:00:05.521+02:00Lekkere hapjes<span style="font-size: x-small;"><i>(Af en toe heb ik een zetje nodig. Op een ander <a href="http://intussen.wordpress.com/category/donderdag-woordenstroom/"><b>blog</b> </a>kwam ik een kort verhaal tegen. Daarbij stond de 'uitdaging' zelf een verhaaltje te schrijven, waarin 'damp', 'verwondering' en 'hal' moesten voorkomen. Zo'n uitdaging kan ik niet naast me neer leggen. Het resultaat zie je hieronder.) </i></span><br />
<br />
Het moest een spannende droom geweest zijn waaruit ik wakker werd. Ik was bezweet en mijn hart klopte sneller dan normaal. Maar ik herinnerde me niets. Mijn wekker zei dat het 2:13 was. Ik had dorst. Er had heel wat knoflook in mijn maaltijd gezeten. Dat gebeurt niet vaak, want Herman houdt niet van knoflook. Dat gebruik ik alleen als hij weer eens op zakenreis is. Het was dus ook niet erg gezellig in bed.<br />
Ik sloeg het laken van me af. Al stond het raam open, het was nog steeds klammig warm. Ik hoefde geen ochtendjas aan om in de keuken een kop thee te maken. Er zouden geen drommen voorbijgangers voor het raam blijven staan om mij te bewonderen. Die bewondering had ik voor het naar bed gaan gemist.<br />
Pas halverwege de trap viel het me op dat het lichter was in de hal dan gebruikelijk. Het licht in de tuin was aan! Dat gaat automatisch aan als er iemand dichter bij het huis komt dan een meter of acht. In films gaat zo'n vrouw dan, poedelnaakt of niet, op onderzoek uit. "Stomme muts," denk ik dan, "bel de politie." Dan moest ik wel eerst naar de woonkamer. Mijn mobieltje zat in mijn tas die daar ook lag.<br />
Dan maar meteen. Ik liep zo snel mogelijk de trap af, de hal door en de woonkamer in. 'Verwondering' is een understatement voor wat er door me heen ging. Ik was stomverbaasd. Op tafel stond een schaal met hapjes, tapas zou je kunnen zeggen, waarvan de damp nog afsloeg. Er stond een geopende fles wijn naast en twee glazen. Maar er was niemand te zien. Ik hield mijn adem in en luisterde. Ik hoorde niets. Ik pakte de telefoon en toetste 112. Ik had direct verbinding en vertelde wat er aan de hand was.<br />
"We sturen meteen een auto langs. Sluit de kamer af waarin u nu bent, als dat kan." Ja, leuk voor de agenten als ik de deur opendoe in de nieuwe kleren van de keizerin. Toch maar even naar boven en mijn ochtendjas aantrekken. De deur van de slaapkamer stond open. Had ik die nou dichtgedaan of niet? Met mijn rug tegen de muur duwde ik hem verder open en keek naar binnen. <br />
Ik schrok me te pletter. Op het voeteneind van het bed zat een mooie vrouw. Ja, dat haalt je de koekoek! Ik zat daar zelf. Dat wil zeggen ... Ik wist niets te zeggen, niets te denken.<br />
"Ik had de drank en de hapjes mee moeten nemen," zei ze/ik, enigszins verwijtend. "Waarom bel ik nou de politie?"<br />
"Hoe ben ik binnengekomen?' vroeg ik/ze. "Liep ik zo over straat? Waar kom ik vandaan?"<br />
Er werd aangebeld. Zonder iets te zeggen liep ik naar beneden. Pas toen ik de twee agenten verbaasd zag kijken realiseerde ik me iets vergeten te zijn. "Er zit iemand in mijn slaapkamer," zei ik en wees naar boven. Ze gingen de trap op. Ik pakte mijn regenjas van de kapstok en ging ze achterna.<br />
De agenten keken wat verwijtend en teleurgesteld. "Hier is niemand. Wie was hier eigenlijk? Weet u wel zeker dat er iemand was?"<br />
Ik ging op het voeteneind zitten. Ik draaide mijn hoofd naar de wekker: 2:13. "Ik begrijp er niets ...." Er waren geen agenten. "... van."<br />
Waarom zat ik in mijn regenjas op het voeteneinde van mijn bed? Het was klammig warm. Ik had dorst. Ik kon beter een kop thee gaan maken. Met mijn regenjas in de hand liep ik de trap af. Uit de woonkamer viel licht in de hal. Had ik vergeten het licht uit te doen?Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-8486015456581001262011-04-21T00:39:00.001+02:002011-05-17T07:54:31.774+02:00Dienstmededeling<div style="text-align: center;"><br />
</div><div style="text-align: center;"><a href="http://www.beggar.nl/BEGGARKORT.htm"><b><span style="font-size: 60pt;">Klik <span style="color: red;">HIER</span>!</span></b></a></div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-15694263831777185512011-01-22T06:11:00.000+01:002011-01-22T06:12:09.213+01:00Diep onder de grondHet was de eerste keer dat de speleoloog zelf met een vertegenwoordiger van de media sprak. "Formeel ben ik nog steeds een verdachte. De politie is aan het woord geweest. Mijn advocaat is aan het woord geweest. Het wordt tijd dat ik nu eens vertel wat er precies gebeurd is. Dan kunnen de mensen zelf een oordeel vormen.<br />
Ik ben speleoloog in mijn vrije tijd. Mijn broer was speleoloog én - in de eerste plaats - wetenschapper, geoloog. Van zijn vak heb ik iets opgestoken, mijn hobby heb ik helemaal aan hem te danken. Daar was hij ook heel goed in.Die grot had hij bij toeval ontdekt. Die ligt zo'n beetje in dezelfde regio als die bekende grotten van Font de Gaume en Lascaux, u weet wel: met die beroemde tekeningen. Het leek hem wel leuk de eerste onderzoeken met mij samen te doen. En bedenk wel: er zijn genoeg grotten waar je niet verder komt dan een meter of honderd of nog minder. Deze leek hem veelbelovend. We zijn er vorig jaar in herfstvakantie heen gegaan.Het bleek al gauw dat we een stuk verder en dieper konden dan die honderd meter. Je moet bij dat werk voorzichtig te werk gaan, geen enkel risico nemen. Net als bergbeklimmers ben je soms met een touw aan elkaar verbonden. Het is af en toe net omgekeerd bergbeklimmen, al zijn de hoogteverschillen natuurlijk niet zo groot. Maar van 20 meter kun je net zo goed een fatale smak maken als van 200 meter. Zodra het echt steil wordt gaat de een pas naar beneden als de ander op een plek zit of staat waar hij een val kan opvangen als het ware. <br />
De vierde dag kwamen we terecht bij een tamelijk moeilijke passage. Het ging niet alleen vrij steil naar beneden er zat ook nog een bocht in. Nu kun je veel met schijnwerpers, niet om een hoekje schijnen. Je kon ook water horen stromen, wat geen ongebruikelijk verschijnsel is. Uiteraard ging mijn broer als eerste verder. Ik zat op een plek waar ik me goed schrap kon zetten voor het geval er iets mis zou gaan. Het ging mijn broer niet gemakkelijk af. Hij moest echt zoeken naar plekken waar hij zich vast kon houden en zijn voet kon neerzetten. Ik denk dat hij een meter of honderd gezakt was toen hij zei, dat hij weer op redelijk vlakke grond stond."<br />
"Zei? Hoe communiceerden jullie?"<br />
"Via een telefoonlijntje. We hadden allebei zo'n hoofdsetje met oordopjes en microfoon. Hij beschreef voortdurend wat hij zag. Dat lijntje liep als het ware mee met het touw. Hij beschreef een vrij ruime grot, waar inderdaad een stroompje door liep. Je kon dus nog minstens twee kanten op. Hij zei dat ik paleontoloog had moeten worden, want hij zag dat er hier en daar botten van diverse lengten en soorten lagen. Hij vond het ook wel genoeg geweest voor die dag en zou weer terug komen klimmen. Ik voelde en zag hoe het touw strak getrokken werd. Hij was dus begonnen aan de terugtocht. Toen hoorde ik een harde tik en mijn broer, die riep: 'Er zijn ...' Dat was het laatste wat ik hem heb horen zeggen."<br />
"Maar het was niet het laatste wat u hoorde."<br />
"Nee, ik hoorde gegrom, maar ik hoorde ook stemmen. Alleen werd er gesproken in een taal die ik absoluut niet herkende en ik denk niet dat iemand uit onze tijd die taal zal herkennen."<br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-79637967941195082742011-01-18T06:09:00.004+01:002011-04-30T11:35:15.872+02:00Een goed gelijkend portretHet laatste bedrijf waar hij werkte had de gewoonte van iedere directeur een portret te laten schilderen. Die portretten hingen in de zaal waar de directie en de raad van commissarissen altijd vergaderden. Hij was de eerste directeur die, na een knallende ruzie met de raad van commissarissen, vóór zijn pensionering vertrok. Ze waren alleen maar blij dat hij het portret wel wilde meenemen. Het hing nu al een paar jaar boven de open haard.<br />
<br />
De kunstschilder had hij zelf mogen uitkiezen. Die kreeg maar één beperking opgelegd: de maten van het portret moesten gelijk zijn aan die van de voorgaande. Die schilder kende hij niet, maar een vriend was een galeriehouder die een zekere reputatie had opgebouwd: veel beeldend kunstenaars die bij hem voor het eerst exposeerden hadden daarna veel succes gehad. Toen die reputatie eenmaal goed gevestigd was, was een expositie bij hem vrijwel een garantie voor een succesvolle verdere carrière. De schilder die de vriend aanraadde had nog niet geëxposeerd, maar dat zou niet lang meer duren. Ze hadden elkaar slechts één keer ontmoet. De schilder had toen een serie foto's gemaakt en ze hadden enige tijd met elkaar gesproken.<br />
<br />
Hij wist nog altijd niet goed of hij zijn portret nu wel of niet mooi vond. Hij geloofde wel dat het hem weergaf zoals hij was: een scherpe blik, onderzoekend, eigenzinnig. Niemand zou, alleen het portret kennende, zeggen dat hij een vriendelijk type was. Daar deed hij ook zelden zijn best voor. Hij behandelde collega's, medewerkers, zakenrelaties en niet te vergeten de commissarissen correct. Hij had geen respect voor functies, wel voor de manier waarop functies uitgevoerd werden. Als hij dat beneden de maat vond liet hij dat ook blijken. Niemand had hem ooit diplomatiek genoemd.<br />
<br />
Hij zat na het eten te genieten van koffie en armagnac en keek voor de zoveelste keer naar zijn portret. Het zou een tijdje de deur uitgaan voor een overzichtstentoonstelling van het werk van de schilder. Hij vroeg zich af of de raad van commissarissen zich ooit gerealiseerd had dat ze hem een cadeautje hadden gegeven dat inmiddels ongeveer een ton waard was. De schilder wilde het graag bij zijn tentoonstelling, omdat het zijn eerste werk was waarvoor hij geld ontvangen had, omgerekend een kleine vierduizend euro. Je kon het beschouwen als een appeltje voor de dorst al zag het er niet naar uit dat hij dat ooit nodig zou hebben. De afkoopsom die hij bij zijn vertrek ontvangen had was bepaald niet gering geweest. Een andere vriend had hem een beleggingsfonds aangeraden: "Het is aan de conservatieve kant, maar hun beleggingen leveren al decennia lang solide resultaten op." Daarvan was hij intussen volledig overtuigd: de kredietcrisis was hem, in financiële zin, geheel ongemerkt voorbijgegaan. Een deel van de afkoopsom had hij 'belegd' in schilderijen die hij had aangeschaft tijdens de eerste tentoonstelling van de schilder, toen ze nog zeer betaalbaar waren. Ze hingen in bruikleen in diverse musea.<br />
<br />
Nippend aan zijn armagnac bedacht hij weer eens dat hij zich geen zorgen hoefde te maken over zijn oude dag. De beursberichten volgde hij niet eens meer, alleen de bankafschriften. En ook die deden hem, in hun eentonigheid, niet veel meer. Dat was een probleem: de eentonigheid. Hij was er nu van overtuigd dat geld alleen niet gelukkig maakte. Hij moest nu hij vijfenveertig was geworden toch maar weer eens nieuwe uitdaging aangaan. Een baan bijvoorbeeld.<br />
<span style="color: white;">x</span>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-73929044635610558692011-01-14T06:17:00.001+01:002011-01-14T06:17:00.086+01:00FlessenpostDoor de harde wind werd het zeewater tot bijna aan de duinen opgedreven. Dezelfde wind hield veel wandelaars af van een wandeling langs het strand. Anders had iemand vóór mij misschien die fles gevonden. Ik vond het bijna zonde hem kapot te moeten maken. Een schroefdop was met daarover heen een plastic zakje met veel plastic plakband vastgemaakt, maar de brief viel er niet vanzelf uit en je wilt toch weten wat er in een brief staat die iemand wie weet hoe lang geleden geschreven heeft.<br />
De brief was met de hand geschreven op een blaadje uit een schrijfblok.<br />
<br />
<span style="color: navy;font-family: Freestyle Script; font-size: 15pt;">Help! Dit is geen grap! Ik heb niet genoeg tijd om uit te leggen waarom ik deze manier gebruik om hulp te zoeken, maar na zoveel jaar onvrijheid maakt het nog maar weinig uit of deze brief over een dag, een week, een jaar of helemaal nooit door iemand gevonden en gelezen wordt. Ik weet al niet beter dan dat er maar één persoon is die af en toe een woord tegen me zegt. En dat is nooit een vriendelijk woord. Ik praat soms hardop om het niet helemaal te verleren. Ik denk niet dat er na al die jaren nog naar me gezocht wordt. Misschien ben ik wel eens te zien geweest in Opsporing verzocht. Ik heb geen foto van mezelf die ik hierbij kan doen. Ik weet niet waarom ik ineens een dag mee naar zee genomen wordt. Ik hoorde het een week geleden en het duurt nog vijf dagen voor we gaan. Het kan best een extra pesterij zijn, dus misschien gaat het helemaal niet door, maar deze kans wil ik niet laten lopen. Het zou zo fijn zijn de zon niet alleen te zien door een klein <s>dakrampje</s> dakraampje, maar weer eens een keer te voelen. Ik weet niet of ik andere mensen zal zien, want het huis staat aan de rand van het duin. Ik ken nog precies het pad waarlangs ik zo vaak naar zee gelopen heb. Toen was alles nog goed. Tot de dag dat ik moest vertellen dat ... Nee, zelfs nu kan ik het nog niet vertellen, omdat ik niet wil denken aan wat erna gezegd werd en daarna gebeurde.<br />
Misschien is het al veel te laat als u deze brief vindt. Maar alstublieft, laat hem aan de politie lezen. Elke dag, elk uur dat ik nog in vrijheid zal kunnen leven zal me dierbaar zijn. Ik hoop dat er dan ook nog gerechtigheid zal zijn en dat de schuldige gestraft zal worden en zelf zal ondervinden wat jaren van eenzame opsluiting betekenen. En misschien is er die kleine kans van ontsnapping, één moment van onoplettendheid. Ik weet waar ik me verstoppen kan en welke route ik moet volgen. Ik moet stoppen. Ik hoor voetstappen op de trap.<br />
29 december 2010</span>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-52388668516371494252011-01-11T06:12:00.001+01:002011-01-11T06:46:46.707+01:00Een spannend boekAf en toe neem ik een boek van mijn werk mee naar huis. Nee, ik werk niet in de boekhandel, uitgeverij of bij een bibliotheek, maar bij 'gevonden voorwerpen' van de NS. (De boeken gaan ook altijd weer netjes terug.)<br />
Gisteren las ik <i>De vijand in huis</i> uit. Het heeft de vorm van een journalistiek verslag, maar is in feite een spannende thriller van <i>Bart te Veldt</i>. De ik-figuur, een freelance journalist, doet onderzoek naar de mate waarin onder invloed van terroristische dreiging burgerlijke vrijheden steeds verder worden ingeperkt of geschonden. De hoofdredacteur van een weekblad is bereid voor een serie artikelen te betalen.<br />
De journalist merkt al gauw dat hij wordt tegengewerkt. Als hij bij ministeries documenten opvraagt, waarover hij door zijn contacten in de ambtenarenwereld gehoord heeft, wordt dat rondweg geweigerd of de procedure wordt zo lang mogelijk opgerekt. Maar daar blijft het niet bij. Hij ontvangt e-mails uit niet te achterhalen bron waarin hem eerst gevraagd wordt te stoppen met zijn onderzoek, maar waarvan de toon allengs dreigender wordt, tot aan "We weten naar welke school je kinderen gaan." Hij doet daarvan aangifte bij de politie en die belooft een onderzoek in te stellen. Het gaat van kwaad tot erger: midden in de nacht brandt zijn auto uit. Een week later worden er, ook 's nachts, ramen ingegooid. De politie zegt weer dat ze er alles aan zal doen.<br />
Er is ook een sciencefictionachtig subplot. De journalist ontmoet een ambtenaar die hem vertelt over een nog supergeheim onderzoek van TNO en de TU Delft. Hij kan zijn oren niet geloven als hij hoort dat het mogelijk lijkt in ieder geval een aantal jaren in de toekomst vooruit of in het verleden terug te gaan. Na lang aandringen geeft de ambtenaar hem de naam van een TNO-medewerker. Die houdt allerlei slagen om de arm, maar de journalist krijgt sterk de indruk dat er inderdaad al mensen in de toekomst zijn geweest en zijn teruggekeerd.<br />
Wanneer de vrouw van de journalist die met de bakfiets de kinderen naar school brengt op het nippertje weet te voorkomen dat ze wordt aangereden door een auto die door rood licht rijdt, is voor de journalist de maat vol: met vrouw en kinderen vertrekt hij in het geheim (hoopt hij) naar een locatie in het buitenland. Meer wilde ik niet vertellen. Dat zou het plezier van andere lezers alleen maar vergallen. Ik was wel benieuwd naar andere boeken van dezelfde schrijver want dit smaakte naar meer. Ik sloeg dus aan het googelen. Maar 'Bart te Veldt' leverde niets op, 'De vijand in huis' ook niet en evenmin 'Het Zonhuis' in Leusden, de uitgever. Ik keek naar het ISBN: 979 90 454 009 3. Dat hielp me ook niet verder op weg. Wat kon er nog meer informatie verschaffen? Natuurlijk, die kleine lettertjes die altijd op een van de eerste pagina's na de titelpagina staan. Het stond bovenaan die pagina:<br />
© 2017 Bart te Veldt. De deurbel ging. De flat waarin ik woon heeft zo'n modern systeem, waardoor je kunt zien wie er aanbelt: een politieagent. Ik liet de deur opengaan en wachtte op de agent. "Goedenavond, meneer Te Veldt", zei hij. "Ik kom het boek halen dat u mee naar huis heeft genomen."<br />
<br />
© Evert van Wijk 2011 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b> <br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-91873461807777094052011-01-09T07:58:00.001+01:002011-01-09T07:58:38.236+01:00Dromen zijn bedrog<i><span style="font-size: x-small;">(Roel Schippers, die af en toe ook een 'Beggartalk' schrijft, wilde ook wel eens een kort verhaaltje schrijven. Lees en huiver.) </span></i><br />
<br />
"Pap. Pahap. Paaahaaap!" roep ik terwijl ik aan de schouder van mijn vader sta te schudden. Langzaam wordt hij wakker en met halfopen ogen vraagt hij wat er is.<br />
"Er zit een vogel onder mijn bed."<br />
"Wat?"<br />
"Er zit een vogel onder mijn bed en die pikt naar mijn tenen."<br />
"Hoe kom je daar nou bij?"<br />
"Nou gewoon, ik voel iets prikken aan mijn voeten en ik kijk en daar zit een vogel. Die zit nou onder mijn bed."<br />
"En je wil dat ik die wegjaag."<br />
"Ja."<br />
"Oké, ik loop wel even met je mee."<br />
"Nee, ik wacht hier wel tot je terug bent."<br />
"Schijterd! Loop gewoon even mee, dan stop ik je weer lekker in."<br />
"Je gelooft me niet."<br />
"Je hebt gedroomd en je bent wakker geschrokken. Dat is alles. Kom, ik breng je terug en dan gaan we weer lekker slapen."<br />
"Nee, ik blijf hier wachten."<br />
"Goed dan. Als ik hem uit het raam doe, kom je dan als ik je roep?"<br />
"Ja."<br />
"Houd mijn plekkie maar warm."<br />
Ik kruip onder het dekbed. Lekker! Hij loopt de slaapkamer uit en door de gang. Ik hoor hem de trap op gaan. Hij zal me zo vast roepen.<br />
"Wat doe jij hier? Waar is papa?"<br />
Ik schrik wakker en kijk in het verbaasde gezicht van mijn moeder.<br />
"Papa is die vogel onder mijn bed vandaan aan het halen en dan zou hij mij roepen."<br />
"Wat?"<br />
"Er zat een vogel onder mijn bed en toen heb ik papa geroepen en die is naar boven om die vogel uit het raam te doen en dan roept hij en stopt hij mij lekker in en dan gaan we allemaal weer slapen en dan…"<br />
"Ho, wacht even, en hoe lang is dat geleden?"<br />
"Dat weet ik niet meer, ik denk dat ik in slaap ben gevallen."<br />
"Ik moet toch plassen, ik kijk wel even."<br />
Ik hoor haar de gang in lopen en onderaan de trap roept ze hem. Geen reactie. Ze roept nog een keer. Dan hoor ik haar de trap op gaan. Het blijft stil. Ik schrik als plotseling de wekker afgaat. Ik druk op het knopje en zie dat het al half zeven in de ochtend is. Ik ben de enige in die grote slaapkamer. Ik sta op en loop zachtjes de gang in. Onderaan de trap roep ik. "Pap! Mam!" Het blijft stil. Langzaam, tree voor tree, ga ik naar boven. "Pap! Mam!" De deur van mijn kamer staat op een kier. Ik loop er voorzichtig naar toe en duw hem zachtjes open. "Pap! Mam!" In het flauwe schijn¬sel van de straatverlichting zie ik dat de deur naar het balkonnetje open staat. Onder mijn hoogslaper is het een bende. Tussen de rommel herken ik de pantoffels van mijn vader en van mijn moeder. Ze zijn een beetje bloederig.<br />
Ik schrik van een geluid op het balkon. Een geel oog, zo groot als een voetbal kijkt mij aan. De snavel is gigantisch. Pwahhhhhhhh klinkt het. Pwahhhhhhhhhhhhhhhhhh!!<br />
<br />
© Roel Schippers 2011 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b> <br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-69246117287018663922011-01-07T07:20:00.001+01:002011-01-07T07:21:05.250+01:00Een weekje weg<table border="0" cellpadding="0" cellspacing="0" id="table1" style="width: 510px;"><tbody>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">En ... hoe gaat het ermee tegenwoordig?</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Prima, dokter. Ik doe alles waar ik zin in heb, zonder problemen.</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Maar u komt hier natuurlijk niet voor niets.</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Eh ... nee ... maar ... het is een beetje een raar verhaal. Vind ik zelf tenminste.</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Maakt u zich niet ongerust. Ik heb hier zo veel verhalen gehoord dat ik echt niets meer gek vind.</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Nou, het is denk ik een week of vier, vijf geleden begonnen. Ik heb u wel eens verteld dat ik nooit alcohol drink. Ik vond het gewoon niet lekker. Mijn vrouw drinkt wel wijn en ik had opeens zin om het weer eens te proeven. Ik vond het lekker! En sindsdien drink ik het elke dag. </td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Niet teveel toch?</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Nee, echt niet meer dan twee glazen. Maar dat is niet het enige.</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Bent u ook gaan roken?</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Nee, dat gelukkig niet. Ik heb een secretaresse, al ruim zeven jaar. Leuk mens, ziet er ook aantrekkelijk uit, maar ik ben geen man die een relatie begint met een medewerkster. Dat wil zeggen: dat wás ik niet. Ik heb nog niets gedaan, maar ik moet me tegenwoordig echt heel goed beheersen om haar bij wijze van spreken niet de kleren van het lijf te rukken als ze bij me binnen komt. En dat is nogal vaak op een dag. U wilt niet weten wat voor wilde fantasieën ik bijna dagelijks heb. Ik ben bang dat ik op een gegeven moment toegeef.</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Heeft u er met u vrouw over gesproken?</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Ik heb het haar eerlijk verteld. Ze vond ook dat ik me de laatste tijd anders gedroeg. Ze kon er niet precies de vinger op leggen en het is ook niet vervelend voor haar of zo, gewoon ... wat anders dan eerst. O ja, ik droeg altijd witte overhemden, maar vorige week wilde ik ineens gekleurde overhemden kopen toen we toch de stad ingingen.</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">U heeft het idee dat u psychisch aan het veranderen bent?</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Precies. En een glaasje wijn en een gekleurd overhemd kan ik wel mee leven, maar stel nu dat ik me toch aan mijn secretaresse vergrijp. Dat wil ik echt niet. En misschien wil ik morgen die irritante voorzitter van de Raad van Bestuur wel de hersens inslaan. Ik doe er liever iets aan voordat het echt uit de hand begint te lopen. Moet ik naar een psychiater of psycholoog of zo?</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Laten we nou niets overhaast doen, hè? Volgende week is het Pasen. Ga er een weekje op uit met uw vrouw. Dan zult u in ieder geval uw secretaresse en de voorzitter van de Raad van Bestuur niets kunnen aandoen. Het kan ook best zijn dat alles dan weer overwaait. Andere omgeving, andere dingen doen. Dat heeft al heel wat kwaaltjes verholpen.</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Dat kan ik wel regelen, ja. Misschien best een goed idee. Bedankt vast, dokter.</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500"> Mooi! Kom na dat weekje dan nog een keer terug. Bekijken we dan of er alsnog iets gedaan moet worden. En ... eh ... een transplantatiehart kan ook wel tegen twee glaasjes wijn per dag, hoor. Veel plezier!</td></tr>
</tbody></table><br />
© Evert van Wijk 2011 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b> <br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-88346523437194292922011-01-05T06:22:00.002+01:002011-01-06T07:06:17.331+01:00Verdacht koffertjeDe Thalys vertrok ietsje te laat van Amsterdam Centraal. Even later plofte een jonge man hijgend neer op de plaats tegenover mij. "Soms komt het wel goed uit dat de treinen niet allemaal precies op tijd vertrekken", zei hij. Ik voegde er een oude wijsheid aan toe: "De beste manier om een trein te halen is de vorige te missen." Vervolgens ging ik verder met mijn krant. De man stond nog even op om een koffertje in het bagagerek te plaatsen.<br />
We waren net de Schipholtunnel uit toen de vrouw naast me zei: "Die meneer heeft zijn koffertje vergeten." Ik keek verbaasd op van mijn krant waarin ik verdiept was en zei dat hij inderdaad wel erg dom was. Hoe kun je op een zakenreis nou je koffertje vergeten? Het was nog een duur koffertje ook dat in het bagagerek was achtergebleven.<br />
"Hij zal het toch niet expres hebben laten liggen?" vroeg de vrouw. Sommige mensen denken tegenwoordig bij het minste of geringste aan een aanslag. "Het gebeurt wel vaker, hoor," zei ik, "dat mensen iets vergeten."<br />
"Je hoort soms van die vreemde verhalen tegenwoordig", zei ze. "Wie neemt er nou de Thalys als hij niet verder gaat dan Schiphol? Moeten we het niet aan de conducteur vertellen, of zo?"<br />
Ik was haar gezeur een beetje zat. "Als u dat koffertje verdacht vindt, moet u dat zeker doen." Ik houd er niet van tijdens het lezen gestoord te worden. "Ik stap in Rotterdam al uit. Als u dat gerust stelt, wil ik dat koffertje wel meenemen en bij gevonden voorwerpen afleveren."<br />
Ik hoopte dat ze beledigd haar mond verder zou houden, maar ze ging gewoon door. "Het was in ieder geval geen zelfmoordterrorist. Die zou meegereisd zijn. Dat vind ik toch vreemde mensen. Wat heb je er nou aan iets te bereiken als je niet zelf van het resultaat kan meegenieten? Hoewel, genieten is natuurlijk een beetje raar woord in dit verband."<br />
Ik had er geen zin in haar uit te leggen dat zelfmoordterroristen erin geloven dat ze de beloning voor hun goede daad in het hiernamaals verwachten te ontvangen. Ze bleef maar doorgaan: "Volgens mij was het een allochtoon. Het zijn juist vaak van die jonge mannen die hier geboren zijn die ineens zo vreselijk fanatiek worden. Terwijl ze zo'n beetje alles aan ons te danken hebben. Ja, toch? Wij hebben toch niet gevraagd of ze hierheen wilden komen?"<br />
Ik zag me niet meer aan de krant toekomen: "Mevrouw, mijn grootvader hebben ze wel gevraagd hierheen te komen om al het vuile werk op te knappen waar jullie zelf geen tijd voor of geen zin in hadden. Ik ben een geboren en getogen Amsterdammer en één keer met vakantie in Marokko geweest."<br />
"O, sorry. Ik bedoel natuurlijk niet dat alle allochtonen zo zijn. Je hebt er ook goede onder, hoor."<br />
In Rotterdam haalde ik het koffertje uit het rek. Ik deed rustig aan en zag de Thalys precies op tijd weer vertrekken. Bij La Place had mijn vriend Mamoun al een cappuccino voor mij besteld. Op Schiphol was hij uitgestapt en een wagon naar achteren weer ingestapt.<br />
"Dat mens was helemaal gebiologeerd door het koffertje", zei ik. "Ze had niet in de gaten dat onder haar die sporttas stond. Die zal een klap geven in Antwerpen."<br />
Mamoun keek op zijn horloge. "Nog vijf en twintig minuten. Insha'Allah."<br />
<br />
© Evert van Wijk 2011 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b><br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-42954325030505142212011-01-02T06:06:00.002+01:002011-01-04T19:21:38.009+01:00Stalker<b>Dag 1: zondag</b><br />
Ze had weinig moeite gehad hem te herkennen in het café waar ze hadden afgesproken. De foto die hij haar gemaild had moest inderdaad kort geleden gemaakt zijn. Verder zag hij eruit zoals ze verwacht had: colbert, overhemd, das en broek die goed bij elkaar pasten, maar niemand zouden opvallen. Hij was ook bepaald niet dom en geen man met slechts één hobby of interesse, die alleen daarover en voortdurend aan het woord was. Zijn belangstelling voor wat zij vertelde leek niet geveinsd. Maar toch was er iets - of ontbrak er iets - waardoor zij minder over zichzelf vertelde dan zij bij eerdere dates had gedaan; wel iets over haar werk, haar hobby's, maar niets over haar woonplaats, geen telefoonnummer. Na een uur of twee hadden ze afscheid genomen. Ze zouden nog mailen. Dat had ze diezelfde avond nog gedaan: <i>"Het was een plezierige ontmoeting/gesprek, maar ik geloof niet dat verdere ontmoetingen zinvol zijn. Dat ligt echt niet aan jou. Je zou een goede collega kunnen zijn, of iemand met wie ik, als we lid van dezelfde tennisclub zouden zijn, best een tijdje na afloop aan de bar zou kunnen hangen. Ik houd het erop dat er zelfs geen spoor van een overspringend vonkje was. Ik wens je veel succes bij een volgende date."</i><br />
Nog diezelfde avond mailde hij terug: <i>"Ben je niet wat erg snel? We zouden nog wat kunnen mailen en elkaar daarna nog een keer ontmoeten. Denk er nog eens over na."</i><br />
Ze besloot dat niet te doen.<br />
<b>Dag 2: maandag </b><br />
Ze stond na het eten met een kop koffie in haar hand bij het raam naar buiten te kijken. Ze woonde in een rustige straat, zonder veel doorgaand verkeer. Een voorbijganger viel altijd op. Ze wist meteen zeker dat hij het was die aan de overkant liep, recht voor zich uit kijkend. Hoe kon hij weten waar ze woonde? Hij moest haar de dag ervoor naar huis gevolgd zijn. Was dat het onbestemde dat ze tijdens het gesprek gevoeld had? Zou hij inmiddels ook haar telefoonnummers hebben? Ze was de rest van de avond ongedurig en sliep niet meteen in toen ze naar bed ging.<br />
<b>Dag 4: woensdag</b><br />
Net als de vorige dag zag ze hem weer voorbij lopen, maar nu in de tegengestelde richting. Wat wilde hij nou precies? Alleen laten zien dat hij wist waar ze woonde, of was het een begin van meer vervelende plannetjes? Was het zinnig in dit stadium de politie al op zijn minst te informeren?<br />
<b>Dag 5: donderdag</b><br />
Ze had er met een collega over gesproken. "Daar doet de politie echt helemaal niets mee." Hij kwam wel weer voorbij.<br />
<b>Dag 6: vrijdag</b><br />
Nadat ze hem weer voorbij had zien lopen nam ze een beslissing: als hij de volgende dag weer langs zou lopen, zou ze op hem af stappen en duidelijk vertellen dat ze absoluut niet gediend was van zijn gedrag.<br />
<b>Dag 7: zaterdag</b><br />
Hij was of deed stomverbaasd toen hij haar zag: <i>"Wat doe jij hier?"</i><br />
<i>"Dat wilde ik jou vragen. Ik woon hier namelijk. En ik wens niet gestalkt te worden."</i><br />
Hij barstte in lachen uit. <i>"Stalken? Ik? Dat hadden we afgelopen zondag handiger kunnen doen. Ik woon daar om de hoek."</i> Hij wees over zijn schouder. <i>"Elke avond drink ik voor het eten twee biertjes bij 'Jopie' daar om de hoek. </i>Hij wees de andere kant op<i>. Mag ik je iets aanbieden vandaag?"</i><br />
<br />
© Evert van Wijk 2011 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b><br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-451037661089385362010-12-31T06:16:00.002+01:002011-01-02T07:42:28.286+01:00De beslissende keuzeDames en heren, <br />
<br />
We wisten dat de belangstelling groot was. We hadden veel bezoekers verwacht en op nog meer gehoopt. Maar van zoveel hebben we niet eens durven dromen. Gelukkig waren er nog zalen waar tv-schermen geplaatst konden worden. Hartelijk welkom allemaal!<br />
Ik hoef u niet meer te vertellen waar het om gaat vandaag. Er is al veel en diepgaand over gesproken en gediscussieerd. Ik denk niet dat er nog nieuwe, verrassende standpunten naar voren zullen komen. De afgelopen week heeft u schriftelijk of via e-mail kunnen aangeven óf u vandaag nog iets wilde zeggen en wát u wilde zeggen. Velen wilden hetzelfde zeggen. Daaruit hebben we steeds willekeurig iemand gekozen die het hier ook daadwerkelijk naar voren kan brengen. Zo ontstond een indrukwekkende rij sprekers en willen wij vandaag nog tot een stemming, een besluit komen dan moeten we de spreektijd beperken tot maximaal één minuut per persoon. Ik vertrouw er op dat u daar begrip voor heeft.<br />
U kunt uiteindelijk kiezen uit slechts twee mogelijkheden. Voor alle duidelijkheid zeg ik nog maar eens dat wij hard gezocht hebben naar meer, maar zelfs twee gerenommeerde onderzoeksbureaus kwamen niet tot meer oplossingen. We zijn dus echt niet over één nacht ijs gegaan.<br />
Was deze bijeenkomst nog wel nodig? Hadden we alle discussies niet kunnen afsluiten met een stemming per brief en e-mail? Nee, want velen zullen nog op de weg hierheen hebben nagedacht. Eén opmerking vandaag kan hen net die zekerheid geven dat ze de juiste keuze maken. En we moeten onszelf niets wijsmaken. Op weg naar huis of morgenochtend kan toch de twijfel weer toeslaan: heb ik wel de juiste keuze gemaakt? Had ik niet toch ...?<br />
Beste vrienden, geen enkele keuze wordt voor eeuwig en altijd gemaakt. Niemand weet welke ontdekking volgende week gedaan wordt, welk nieuw inzicht volgend jaar ontstaat. Maar de keuze waar we nú voor staan, moet nú gemaakt worden. We staan immers op de drempel van een nieuw, beslissend jaar. We moeten nú onze verantwoordelijkheid nemen. We kunnen de zaak niet op zijn beloop laten en hopen of verwachten dat anderen de beslissing wel zullen nemen. Wat wij beslissen beïnvloedt niet alleen ons en de toekomst van onze kinderen, het beïnvloedt het morgen en overmorgen van onze medeburgers van nu.<br />
Tot slot van deze inleiding wil ik er nog één keer op wijzen: het gaat vandaag om de basis van ons dagelijks leven. Willen en durven wij daarin een radicale wijziging aan te brengen?<br />
Ik stel voor dat we, voor we verder gaan, twee minuten stil zijn en nog eens bij onszelf te rade gaan. Ben ik nu al zeker of laat ik mij nog overtuigen?<br />
<br />
"Voorzitter! Van de orde."<br />
"Gaat uw gang. Maar houdt het kort alstublieft."<br />
"Ik stel voor direct tot stemming over te gaan. Zoveel kan er vandaag echt niet meer gemanipuleerd worden. Het maakt volgens mij niet wezenlijk veel uit of nu 93% of 83% van de hier aanwezigen stem tegen uw voorstel een windmolenpark met minimaal 40 windmolens midden in het Groene Hart te plaatsen."<br />
<br />
© Evert van Wijk 2010 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b><br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-40172260224437626702010-12-27T06:04:00.003+01:002011-05-20T08:52:21.270+02:00Speciale gavenPeter fietste elke dag heen een weer tussen thuis en havo, een ritje van ongeveer een half uur, voor een groot deel tussen weilanden en akkers door. Tijdens die ritten fantaseerde hij van alles. Verhalen waarin hij de heldenrol vervulde, bijvoorbeeld door zijn zusje uit het brandende huis te redden. Nog liever zou hij de hele wereld willen redden, zoals Frodo, door de Ring te vernietigen. Maar ja, hobbits, tovenaars en orken bestonden nu eenmaal niet. Een leraar had wel eens verteld dat er best wezens uit de ruimte zouden kunnen komen om de aarde te veroveren. Er waren mensen zat die zulke wezens ontmoet hadden. Hij zag zo'n wezen een eindje voor zich achter een knotwilg vandaan komen. Het stak een arm omhoog om hem te laten stoppen. Kaal hoofd, grote ogen, maar wel een kop kleiner dan hij.<br />
"Ik kom jullie waarschuwen", zei het wezen. "Er komt een geweldige macht aan die jullie wil uitroeien en jullie aarde wil overnemen. Hun voorhoede is er al, vermomd als de mensen hier. Alleen jij beschikt over de speciale gaven die nodig zijn om jullie te kunnen verdedigen."<br />
Dat zou best een aardig begin zijn, bedacht Peter, maar wat voor speciale gaven zou je moeten hebben om de wereld te verdedigen? Zoiets als Batman of Spiderman? Nee, die hadden gewone, menselijke vijanden. "Wezens die uit de ruimte hierheen komen zijn slimmer dan wij", schoot door hem heen. "En ze vonden me niet eens geschikt voor het vwo."<br />
Het eerste uur was wiskunde, het vak waar Peter het meeste plezier in had en ook het beste in was. Hij zat nog wat na te peinzen over zijn fietsfantasie. Zijn aandacht was niet bij de les, tot hij de leraar hoorde zeggen: "Wat zou jouw antwoord zijn, Peter?" Hij had geen antwoord, want hij had de vraag niet eens gehoord.<br />
"Ik zou de les maar volgen", zei de leraar. "Misschien steek je er iets van op dat je later nog van pas komen." De rest van de klas lachte. Peter voelde dat hij een kleur kreeg. De rest van de les lette hij goed op en maakte hij driftig aantekeningen.<br />
De leraar was best goed. Hij was er pas een maand omdat hij een leraar verving die ziek was en dat kon wel een tijd duren. Peter vond hem ook aardiger. Na korte tijd kende hij alle namen van de leerlingen al uit zijn hoofd. Bij andere tijdelijke leraren was je vaak na een paar maanden nog steeds "Jij daar met dat korte haar op de achterste bank."<br />
Tegen het eind van de les bedacht Peter dat wiskunde best belangrijk was in het contact met buitenaardse wezens. Talen verschilden op aarde al heel veel van elkaar. Maar 100 was overal 100 en een cirkel was overal een cirkel. Misschien kon hij met goede cijfers voor wiskunde toch nog naar het vwo en daarna verder studeren. Met wiskunde moest je buitenaardse wezens bestrijden. Vóór ze echt kwamen zou hij een belangrijke ontdekking doen.<br />
De bel ging. Iedereen pakte zijn spullen bij elkaar en stond op om naar de volgende les te gaan.<br />
"Ik wil je nog even wat zeggen, Peter", zei de leraar. Hij wachtte tot de anderen allemaal het lokaal verlaten hadden. "Je bent beter in wiskunde dan je zelf beseft, beste kerel", zei hij. Er kwam een lach op zijn gezicht, maar zijn ogen deden niet mee. "Maar pas op dat je jezelf niet gaat overschatten. Pas er vooral voor op dat je ons niet gaat onderschatten. Er is meer dan taal en cijfers en wiskundige symbolen. O ja, je zult een belangrijke ontdekking doen, maar die hebben wij lang geleden al gedaan. De wereld redden? Daar ben je veel te laat voor."<br />
<br />
© Evert van Wijk 2010 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b><br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-54913473563414647262010-12-25T06:48:00.001+01:002010-12-25T06:48:00.505+01:00Stille nachtRuben werd midden in de nacht wakker. Het was wel fris zo in de open lucht slapen, maar ja, zo'n kudde moest je nou eenmaal goed in de gaten houden. Hij draaide zich om en schrok zich een hoedje. Zijn collega's begonnen intussen ook wakker te worden. Er stond iemand die ze niet kenden, ook niet herkenden, want hij leek in niets op hen. Het leek zelfs wel of hij een soort licht uitstraalde.<br />
"Niet schrikken, mannen", zei de onbekende. "Ik ben hier om jullie iets moois te vertellen. Daar zullen niet alleen jullie, maar het hele volk blij van worden. Jullie redder is net geboren. Ga naar de stad en je zult hem vinden in een voerbak, met een doek om zich heen." En plotseling waren er nog veel meer van die wezens die gezamenlijk een lied zongen. Daarna verdwenen ze.<br />
"Volgens mij waren dat engelen," zei Aron, die altijd het hoogste woord had, "boodschappers uit de hemel, weet je wel. Ik vind dat we maar eens naar de stad moesten gaan om te zien wat het nou allemaal inhoudt."<br />
"En wie let er dan op de schapen?" vroeg Ruben.<br />
"Doe nou even niet zo moeilijk, hè? Als die engelen zeiden dat we naar de stad moesten gaan, zullen ze er ook wel voor zorgen dat er niets met die schapen gebeurt. En we hoeven toch niet de hele nacht weg te blijven? Gewoon even kijken en dan weer terug."<br />
Met het hele stel trokken ze dus naar de stad, waar het een drukte van belang was. De meeste mensen drongen samen bij een stal die bij een herberg hoorde. Ze drongen zich door de menigte heen tot ze een jong stel zagen en inderdaad: in de voerbak waar die twee gelukkig naar zaten te kijken lag een kind dat in een doek gewikkeld was.<br />
"Zal ik jullie vertellen wat ons gebeurd is?" zei Aron. "We lagen in het veld te slapen bij de kudde, staat er plotseling een engel, dat denk ik tenminste, die zei dat jullie kind net geboren was en in die voerbak zou liggen. En hij zei er nog bij dat het onze redder zou zijn. Niet alleen van ons, hoor, maar van iedereen. Dat wou ik maar even kwijt." De andere herders knikten om aan te geven dat het precies zo gebeurd was. De omstanders waren hogelijk verbaasd. De jonge moeder zei niets, maar je zag haar denken.<br />
De herders hadden hun boodschap gedaan en keerden weer terug naar de kudde. Ze waren toch wel aardig onder de indruk gekomen, dus onderweg zongen ze de ene psalm na de andere. De kudde lag er nog rustig bij, dus ze wikkelden zich in hun dekens en gingen weer slapen.<br />
De volgende ochtend praatten ze bij brood en melk nog wat na over wat er gebeurd was. Ruben vroeg: "Kan iemand mij vertellen wat dat allemaal nou precies betekende? Wat is er precies met dat kind?"<br />
Een van de herders had een priester wel eens horen vertellen over een messias, een verlosser. Een ander zou het prima vinden als die hun van die verrekte Romeinen en Herodes zou verlossen. "Maar tegen de tijd dat hij daar aan toe is ben ik de zestig al gepasseerd."<br />
Volgens Aron lag het allemaal wat ingewikkelder, maar daar konden ze beter de rabbi een keer over raadplegen. Die had er voor doorgeleerd. In de wet en de profeten schenen nogal wat voorspellingen te staan. Misschien was dat kind wel de uitkomst van een van die voorspellingen. Anders hadden die engelen niet al die moeite gedaan.<br />
"Ach," zei een ander, "voor het zelfde geld hoor je nooit meer iets van dat kind."<br />
<br />
© Evert van Wijk 2010 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b><br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-54881247197921511002010-12-23T07:25:00.012+01:002010-12-24T01:08:29.993+01:00Tot de dood ons scheidt<table border="0" cellpadding="0" cellspacing="0" id="table1" style="width: 510px;"><tbody>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Hoe lang kennen wij elkaar nu?</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td><td width="500">Ruim twaalf jaar, dacht ik.</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Dat kan wel kloppen, ja. En het waren mooie jaren, toch?</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Zit je weer naar complimentjes te vissen? Ja, het waren mooie waren en wat mij betreft: dank zij jou.</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Jij hebt het ook niet slecht gedaan, hoor. Ik heb heel wat slechtere <br />
relaties gezien. OK,OK. Kijk niet zo teleurgesteld. Je hebt het heel <br />
goed gedaan. Je weet toch dat ik me altijd wat voorzichtigjes uitdruk.</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Ja, ik weet het, maar is dit het goede moment? Hoe lang hebben we nog? Heb jij nog, zou ik moeten zeggen. Een half uurtje? Laten we de dingen dan recht voor zijn raap zeggen.</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Ach, die kleine ruzietjes hebben er toch altijd bij gehoord? Jij zei het altijd zo duidelijk mogelijk en dan hield ik het bij een gebaar, of een oogopslag. Hoe vaak kwam het nou voor dat je me echt niet begreep?</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Ja, je hebt gelijk. Ik neem je ook niets kwalijk. Daar is het ook niet <br />
goede moment voor. Het zal wel komen doordat ik vooruit zit te kijken. Ik zie mezelf alleen op de bank zitten. Ik zie mezelf alleen door het bos wandelen.</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Houd daarmee op, ja. Zo ken ik je niet, als iemand die medelijden met zichzelf zit te hebben. Zo was je vroeger, vóór mij. Je hebt ruim twaalf mooie jaren om op terug te kijken. Waarom denk je dat ik daarover begon? Hoe waren die jaren geweest als ik niet in jouw leven was gekomen?</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Grijs en grauw. Waardeloos. Daar heb jij me uitgehaald. Gewoon door altijd opgewekt te zijn, niet gemaakt, maar echt, alsof het je geen enkele moeite kostte alleen de goede kanten van het leven te zien.</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Er waren ook geen slechte kanten aan mijn leven. Ik wist dat ik altijd <br />
op je kon rekenen, tot op het laatste moment, zoals nu. Het hoort <br />
helemaal bij jou dat je er zelf over begon: of ik op die manier nog <br />
verder wilde leven. Niet omdat het jou teveel werd. Je wist dat het mij teveel werd. Je kon het beter onder woorden brengen dan ik. Ik wilde geen leven van alleen maar thuis zitten of liggen. Dat is ook geen leven voor jou. Dus blijf niet weer in je eentje. Ik weet dat je me niet vergeet, ook al komt weer een ander in je leven.</td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Dat zal niet makkelijk zijn. </td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Als het leven alleen maar makkelijk was zou het ook niet zo boeiend <br />
wezen. En je mag best een tijdje om me treuren, hoor. Maar doe dat niet alleen thuis. Als je alleen gaat wandelen, kun je nog eens iemand <br />
tegenkomen en misschien zelfs een praatje maken. Daar hoef je niet zo vies bij te kijken. Tegen mij kon je toch ook de aardigste dingen <br />
zeggen? </td> </tr>
<tr> <td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">Jij was daar ontvankelijk voor. Dat wist ik, dat voelde ik vanaf het <br />
begin.</td></tr>
<tr><td align="left" valign="top" width="10">-</td> <td width="500">En de rest van deze hele wereld niet? Je weet wel beter. Laat dat schild thuis als je de deur uitgaat. Weer niet elke toenaderingspoging af. Stel je open op. O, kijk, die arrogante Siamees mag weer naar huis in zijn luxe mandje. Nu is het mijn beurt. Kom op, deze oude retriever zal voor de laatste keer op eigen poten naar de spreekkamer lopen. </td> </tr>
</tbody></table><br />
© Evert van Wijk 2010 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b> <br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-75890322538945659442010-12-21T07:26:00.002+01:002010-12-22T00:00:39.781+01:00Een onbekend voorwerpDe shuttle had een voorspoedige trip gemaakt van het ruimteschip naar de oppervlakte van de planeet. De zes onderzoekers liepen voorzichtig rond in hun ruimtepakken. Ze moesten nog wennen aan de wat grotere aantrekkingskracht dan ze gewend waren. De ruimtepakken waren nodig omdat het zuurstofgehalte van de atmosfeer veel te laag was en de temperatuur te hoog.<br />
Vanuit het ruimteschip was al vastgesteld dat er leven was op de planeet, maar geen intelligent leven. Dat moest er ooit geweest zijn. Er waren plekken waar minder vegetatie was. Daar waren structuren te zien die te regelmatig waren om door de natuur gevormd te kunnen zijn.<br />
"Waarom zijn we eigenlijk hier geland?" vroeg het jongste lid van de expeditie toen de avond gevallen was. "Zo te zien valt hier weinig te onderzoeken."<br />
"Of er weinig te onderzoeken valt weet je pas na gedegen onderzoek, jonge vriend", zei de leider. "Als je hier nu flink je best doet, kom je later misschien toe aan wat je het grote werk vindt. Weet je waaraan ik mijn grootste bekendheid ontleen?"<br />
"Onderzoek naar de zespotigen waarvan het hier schijnt te krioelen."<br />
"Precies! Die hebben het langer volgehouden dan de intelligente wezens die hier vroeger geleefd moeten hebben, met hoeveel poten dan ook. We maken als het licht is eerst maar eens een tochtje naar de kust van die binnenzee. Wie weet wat we ontdekken."<br />
De shuttle had ze naar de kust kunnen brengen, maar de leider had besloten dat ze het op eigen kracht zouden doen. In de tijd dat het licht was zouden ze de tocht heen en weer met gemak kunnen volbrengen en nog voldoende tijd hebben voor hun eerste waarnemingen. De vegetatie was niet van dien aard dat hun voortgang belemmerd werd. Na enige tijd stuitten ze op een bijna onbegroeide strook. Die was hard en duidelijk kunstmatig. "Waarschijnlijk bewogen ze zich hierover voort", merkte de leider op. "Zullen we dat ook maar eens doen?"<br />
Het bewoog een stuk gemakkelijker over de verharde strook die in kleur duidelijk afstak tegen de begroeide omgeving. Op die manier zouden ze de kust nog eerder bereiken dan ze berekend hadden.<br />
Het was weer de jongste die riep: "Daar, verderop. Daar staat iets wat me geen natuurlijke begroeiing lijkt."<br />
"Zo zie je maar, dat ook hier iets te ontdekken valt", zei de leider. "En als je goed kijkt, zie je dat er nog zo'n verharde strook ligt die deze kruist."<br />
Toen ze dichterbij kwamen zagen dat het een paal was die in de grond gestoken was. Er zat een zijstuk aan bevestigd dat lichter van kleur was en duidelijk afstak tegen de blauwe lucht. Op dat stuk waren tekens te zien.<br />
"Ik vermoed dat het een soort schrift is", zei een van de al wat oudere expeditieleden. "Ik heb dat soort tekens eerder gezien, maar we zijn nog niet zover dat we dat schrift hebben kunnen ontraadselen."<br />
"Dit is een kruispunt." De jongste kon het weer niet laten. "Op een kruispunt kun je een richting kiezen. Misschien was dit een hulpmiddel bij het kiezen. Maar wel een primitief hulpmiddel, natuurlijk."<br />
Ze gingen verder naar de kust die niet ver meer was. Lang nadat ze weer vertrokken waren zou het hulpmiddel er nog altijd staan.<br />
<img border="0" src="http://www.beggar.nl/utrecht.GIF" width="87" height="31"><br />
<br />
© Evert van Wijk 2010 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b><br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-64549832831478908602010-12-18T06:13:00.000+01:002010-12-18T06:14:17.959+01:00Deskundige begeleidingDe spreekkamer, zo moest je het toch wel noemen, was zakelijker ingericht dan hij van een paragnost verwachtte. De man ging zelf achter het bureau zitten en wees hem op de stoel die aan de andere kant daarvan stond. Voor hij ging zitten haalde hij de grote enveloppe uit zijn tas en bood die de paragnost aan. Die pakte hem niet aan, maar maakte een bijna afwerend gebaar en zei: "Legt u hem daar maar neer." Hij wees op zijn bureaublad.<br />
"Voor we verder gaan," zei de paragnost, "verwacht geen wonderen van mij. Uw probleem ... nee, laat ik het een vraag noemen, is voor mij ook nieuw. De persoon over wie u iets wilt weten is gezond en wel. Ik heb meestal contact met personen aan gene zijde, zoals u weet."<br />
Er werd op de deur geklopt die meteen open ging. De vrouw die hem had binnengelaten vroeg: "Hoe wilt u uw koffie? Espresso, cappuccino?"<br />
"Cappuccino graag, met suiker."<br />
"Jij ook nog, schat?" vroeg de vrouw.<br />
"Ja, doe maar."<br />
De vrouw vertrok weer. "Mijn vrouw doet alles in mijn praktijk wat ik niet doe", zei de paragnost met een glimlach. "En u wilt weten of u net zo'n mooie toekomst tegemoet gaat met de vrouw die u in een café een paar keer ontmoet heeft. Heeft u enig idee hoe lang het voorwerp dat u in die envelop heeft gedaan al in haar bezit was?"<br />
"Als ik het goed heb, meer dan tien jaar."<br />
"Ik zal maar niet vragen hoe u eraan gekomen bent." De paragnost glimlachte weer. Hij strekte zijn handen uit en bewoog die een paar centimeter boven de envelop. Hij keek er ook geconcentreerd naar. Dat duurde geruime tijd. Het scheen hem niet op te vallen dat zijn vrouw binnenkwam en twee kopjes koffie op het bureau zette.<br />
"Ze is erg aan dat voorwerp gehecht. Die hechting zou een belemmering kunnen vormen in het ontwikkelen van een relatie met u, al voelt ze zeker een bepaalde genegenheid voor u." Hij legde zijn handen ter weerszijden van de envelop, maar bleef daar naar staren. "U moet niet te hard van stapel lopen. Ze is nog niet toe aan een vaste relatie. Ik zeg het misschien wat cru, maar als ik u was zou ik seks nog even uit mijn hoofd zetten."<br />
Hij keek de cliënt nu rechtstreeks aan. "Meer kan ik voorlopig niet voor u doen. Ik ben niet als sommige van mijn collega's die er maar wat moois bij verzinnen. Maar als u nog verder enige begeleiding op prijs stelt, dan sta ik uiteraard voor u klaar."<br />
Ze praatten het afgesproken halve uur nog vol en waren het erover eens dat meer mensen zich bij hun problemen door deskundigen moesten laten begeleiden.<br />
Toen er een bel ging stond de paragnost op. "Dat zal mijn volgende cliënt zijn. Mijn vrouw zal u uitlaten."<br />
Zijn vrouw hing net de jas van een bedrukt uitziende oudere vrouw op en bracht die naar de spreekkamer. Hij had intussen zijn jas aangetrokken. Zij liep met hem mee naar de buitendeur. Voor ze die open deed vroeg ze: "En, wat was zijn advies?"<br />
"We kunnen seks voorlopig beter uit ons hoofd zetten. Daar ben jij nog lang niet aan toe, vrees ik."<br />
"Zo! Wat dacht je van hier op de mat? Ga maar gauw, anders doen we het ook nog. En vergeet overmorgen niet me die foto van hem weer terug te geven."<br />
<br />
© Evert van Wijk 2010 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b><br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-47027856974395491402010-12-16T07:00:00.002+01:002010-12-17T08:31:07.981+01:00Bekend gezicht"Weet u misschien waar ik zongedroogde tomaatjes kan vinden?"<br />
Ik kom bijna dagelijks in die supermarkt en omdat ik toch ook die kant op moest, liep ik met haar mee om het schap te wijzen. Ze kwam me vaag bekend voor, maar "Ken ik jou niet ergens van?" zou ze vast beschouwen als de meest afgezaagde 'opening'. Ik hield me dus in, al zag ze er zo uit dat een kennismaking best aanlokkelijk leek.<br />
Af en toe heb ik een boodschappenbriefje bij me en gebruik een karretje in plaats van een mandje, omdat bepaalde dingen weer eens aangevuld moeten worden: koffie, keukenrollen, olijfolie, van die dingen. Omdat ik de 'lay-out' van die supermarkt dus goed ken, stel ik dat briefje zo op, dat ik de meest economische route kan volgen. Het was dus puur toeval dat ik haar steeds weer zag. De ene keer liep ze voor me ("Mooie benen wel."), de andere keer kwam ze me tegemoet.<br />
Of was het geen toeval? Zocht ze mij op? Waarom dan? Ik ben niet misvormd of zo, maar als ik in een gezelschap kom, zie je niet ineens alle vrouwenhoofden in mijn richting draaien. Zou ze misschien iets in mij herkennen en probeerde ze zekerheid te krijgen?<br />
Ik ging wat langzamer lopen, bleef hier en daar wat langer staan, pakte af en toe wat alsof ik prijzen aan het vergelijken was. Ondertussen probeerde ik me het niet zo lange rijtje meisjes en vrouwen voor de geest te halen die ooit enige indruk, of wat meer, op me gemaakt hadden. Tijdens een vakantie misschien? Ik zag zonnige stranden voor me, maar daar liep en lag zo veel fraais, daar was geen beginnen aan. En bij al die dancefeesten tot diep in de nacht was het niet veel anders. Toen wist ik ook nog niet zo goed waar mijn grenzen qua alcohol lagen. De beelden daarvan waren toen al vrij wazig.<br />
Van achteren reed een karretje tegen me aan. Ik draaide me om. "Sorry," zei ze, "ik lette even niet op." Ik maakte een gebaar van 'niets aan de hand' en ging weer verder.<br />
Corfu! Juli 2003, de laatste avond van mijn vakantie, de Apocalypse club, keiharde technomuziek. Ik had net mijn zoveelste biertje aangepakt toen er iemand tegen mijn rug botste. Met mijn bijna lege glas in mijn hand draaide ik me om. "Sorry, ik lette even niet op." Verder kwam er niets naar boven in mijn geheugen, alleen nog dat ik met een behoorlijke koppijn wakker geworden was op het strand toen de eerste badgasten al weer arriveerden. Op het nippertje had ik de bus naar het vliegveld gehaald.<br />
Waar was ze ineens? Ik ging naar de kassa. Zij was al aan het afrekenen. Ik ging naar het kortste rijtje. Ze ging de deur al uit voor ik aan de beurt was. Ik deed mijn boodschappen in een doos, waarmee ik naar mijn auto liep. Ik deed net de kofferbak dicht toen er een fiets naast me stopte. Uit een van de fietstassen pakte ze een handtasje en daaruit een portemonnee. Daaruit haalde ze een foto die ze me liet zien: een jongetje op een schommel.<br />
"Volgende maand gaat je zoon naar groep drie."<br />
<br />
© Evert van Wijk 2010 <b>(Op dit verhaal rust copyright.) </b><br />
<div style="color: white;">x</div>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-71572707606282804362010-12-15T07:00:00.000+01:002010-12-17T07:32:57.360+01:00Een klein stukje lopenHaar hakken klikten op de straat toen ze de tram uitstapte. Ze was de enige. De tram, de laatste van die dag, reed leeg verder. De temperatuur was nog aangenaam, geen reden om zich naar huis te haasten. Ze kon er deze keer best zes minuten over doen in plaats van de gebruikelijke vijf.<br />
Ze sloeg de hoek om. In die smalle straat weerkaatste het getik van haar hakken nog iets nadrukkelijker. Hier daar brandde nog licht achter een raam, maar de straat was verder geheel verlaten. Of ... Hoorde ze nu voetstappen achter zich of niet? Ze bedwong de impuls om achterom te kijken, maar verschoof wel haar schoudertasje zodat het niet helemaal opzij, maar meer van voren hing. Ze pakte het hengsel iets steviger vast. Bijna onbewust versnelde ze haar passen toch iets.<br />
Met andere schoenen had ze nu zeker kunnen weten of er iemand achter haar liep.<br />
"Zeur niet, trut," zei ze tegen zichzelf, "je stapte alleen uit de tram en je hebt verder niemand gezien. En je bent zo thuis." Maar ze wist ineens ook zeker dat ze gevolgd werd. Er was meer dan het geluid van voetstappen, alsof ze iemand hoorde hijgen.<br />
"Onzin", zei haar verstandige ik weer. "Wat je kunt horen hijgen, had je allang kunnen vastpakken."<br />
Nog zo'n tweehonderd meter. In een huis op de begane grond zag ze een man achter zijn pc zitten. Als ze zou gillen zou er in ieder geval iemand zijn die haar hoorde.<br />
Onwillekeurig ging ze toch meer in de richting van de stoeprand lopen toen ze aan het laatste stuk kwam met de portieken met hun trap naar de eerste etage. Ze was opgegroeid in een straat met net zulke portieken. Ze was een keer midden in de winter met haar oudere broertje, die een klas hoger zat, laat naar huis gekomen. Hij had haar bang gemaakt met verhalen over enge mannen die zich in die portieken verscholen hielden. Ze voelde nu dezelfde beklemming.<br />
Ze slaakte bijna een zucht van verlichting toen ze haar eigen portiek bereikte en de trap opliep. Ze stak de sleutel in het slot en wachtte toen even.<br />
"Zie je wel, als er iemand vlak achter je had gelopen, was die nu al voorbij gekomen."<br />
Ze wilde alleen zeker weten of ze zich weer eens voor niets had lopen opfokken. Anders zou ze niet rustig kunnen gaan slapen. Ze maakte de deur vast open en liep de trap weer af. Op de voorlaatste trede bleef ze staan, pakte de leuning vast en boog zich wat voorover. Ze zag niemand en stapte de laatste treden af. In beide richtingen was geen mens te zien. Gerustgesteld draaide ze zich weer om.<br />
Het zat op de trap en nam de hele breedte in beslag. "Zeker weten?" vroeg het.<br />
<br />
© Evert van Wijk 2010 (<b>Op dit verhaal rust copyright.</b>) <br />
<br />
<br />
<span style="color: white;">x </span>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.comtag:blogger.com,1999:blog-7650766789627301539.post-52935965860676143252010-12-14T07:00:00.001+01:002011-01-10T07:56:19.101+01:00Woord voorafBegin december 2010 schreef ik een vervolg van een 'doorschrijfverhaal' van blogster <b>'<a href="http://saltyletters.blogspot.com/">Salty Letters</a>'</b>. Dat ging zo: Salty had een begin geschreven en ieder ander mocht daaraan een eind maken, op die manier een kort verhaal makend. Tot en met 30 december kon je meedoen. <br />
<br />
Nu had ik al eens eerder fictie geschreven en die op mijn website, of via een blog gepubliceerd. Niet minder dan zes verhalen zelfs. De vier laatste verschenen in de vorm van een feuilleton, (bijna) elke dag een nieuwe aflevering. Kijk <a href="http://www.beggar.nl/Literair_werk.htm"><b>hier</b></a> als je in mijn 'literaire' prestaties geïnteresseerd bent. Maar na 12 oktober 2008 hield het op. Diverse keren begon ik aan een nieuw verhaal, soms in samenwerking met iemand anders, maar het wilde me niet meer lukken.<br />
<br />
Het doorschrijfverhaal van Salty bracht me op een idee: als een verhaal van romanlengte niet meer lukt, waarom zou ik dan niet proberen af en toe een kort verhaal(tje) te schrijven? De stress (die overigens reuze meeviel) van het dagelijks <b>moeten</b> schrijven zou er niet meer zijn. Zelfs tijdens de wandeling naar de supermarkt of een ritje in de tram zou mij een idee kunnen invallen dat ik thuis in een paar honderd woorden zou kunnen uitwerken. Het was ook weer een nieuwe uitdaging: een compleet, afgerond verhaal maken in zeer kort bestek. Schrijven is echt leuk!<br />
<br />
Verwacht niet dagelijks een nieuw product. In mijn wel dagelijks verschijnende blog <b>'<a href="http://talkbeggar.blogspot.com/">Beggartalk</a>'</b> zal ik er steeds melding van maken als er weer iets nieuws te 'genieten' valt.<br />
<span style="color: white;">x</span>Everthttp://www.blogger.com/profile/06690284974125638240noreply@blogger.com